Kleurenblindheid


Genetisch bepaald
Kleurenblindheid is genetisch bepaald. Wanneer vader en moeder niet kleurenblind zijn, zijn hun kinderen het ook niet. Als de vader kleurenblind is, heeft zijn zoon er geen last van. Zijn dochter is dan draagster. Is een moeder draagster en de vader niet kleurenblind, dan heeft een jongen 50% kans om kleurenblind te zijn en heeft zijn zus 50% kans om draagster te zijn. Wanneer de moeder draagster en de vader kleurenblind is, heeft een meisje 50% kans om draagster te zijn. Hun zoon loopt dan 50% risico op kleurenblindheid. Een zoon is altijd kleurenblind en een dochter is altijd draagster wanneer hun moeder kleurenblind is. Bij een vader en moeder die beide kleurenblind zijn, zijn al hun kinderen eveneens kleurenblind.

Verschillende soorten
Er zijn diverse soorten kleurenblindheid. Op deze pagina kunt u testen of ú kleurenblind bent. Deze testjes hebben allemaal betrekking op dichromatopsie, een vorm waarbij slechts twee van de drie kegeltjes die uw kleurzicht bepalen werkzaam zijn. De drie kegeltjes staan voor rood, groen en blauw. Bij protanopie mist het rode fotopigment, bij deuteraopie mist het groene fotopigment en bij tritanopie mist het blauwe fotopigment. Het vermoeden bestaat dat hier niet uitsluitend het blauwe fotopigment ontbreekt, maar ook de kegeltjes.

Doe hier onder een test: