Verrekijkers  

De verrekijker is sinds jaar en dag het instrument waarmee men op grote afstand beter details kan waarnemen. Het principe van een verrekijker is eigenlijk simpel.
Door een combinatie van lenzen wordt hetgeen U ziet vergroot weergegeven. Door die vergroting lijkt het dat alles dichterbij staat waardoor het object beter valt waar te nemen.

Werking
De vergroting in een kijker wordt bepaald door de combinatie van de sterkte van het objectief (de voorste lens) en van het oculair (waar het oog tegenaan gehouden wordt). Fabrikanten hebben uitgerekend welke sterktes en combinaties het beste tot hun recht komen. Voorbeelden zijn 8x40, 7x50, 10x50 of 9x63.
Welke kijker voor U het meest geschikt is, wordt bepaald door uw budget of uw interesse of hobby. Ook de grootte van een kijker kan bepalen welke het best bij U past. De getallen op de kijker bepalen de grootte en specificaties van de kijker.

Wat betekenen die cijfers:
Bijvoorbeeld 8x40 of 10x50 wil zeggen dat een kijker respectievelijk 8 of 10 maal vergroot. Het getal 40 of 50 geeft de grootte in millimeters weer van de diameter van de objectieflens. Naarmate de vergrotingsfactor toeneemt, nemen het gezichtveld en de lichtsterkte af en de gevoeligheid voor trillingen toe. Overdag is een 7 of 8 x vergrotende kijker met een objectiefdiameter van 20 tot 30 mm. voldoende.

Onder minder goede lichtomstandigheden is een 7 tot 10x aan te bevelen met een objectiefdiameter van 40mm of groter.

Nachtkijkers.
7x50 kijkers worden door sommige mensen "nachtkijkers" genoemd. Hiermee wordt gesuggereerd dat men ook in het donker nog goed kan zien. Dit is echter een misvatting. Alleen als men over een hele goede 7x50 kijker beschikt, kan men waarnemen bij weinig licht of slecht zicht. Hierbij is de kwaliteit van de kijker doorslaggevend. Hoe beter de kwaliteit, des te meer details men ziet. Een goede reden dus om bij De Pool Optiek een goede kijker te kiezen

Uittree-pupil
Om de uittree-pupil te berekenen deelt men de diameter van de objectieflens door de vergroting. Bijvoorbeeld: bij een 8x40 kijker is de uittree-pupil 40 gedeeld door 8=5. Overdag heeft het oog een pupil 2 of 3 mm en in de schemering ong. 7 mm. De uittree-pupil van een kijker mag dus niet kleiner zijn dan 2mm en groter dan 7mm is zinloos.

Lichtsterkte en schemergetal
De lichtsterkte is het kwadraat van de uittree-pupil. Om bij ons eerder voorbeeld te blijven 40:8=5. De lichtsterkte is dan 5 in het kwadraat=25. De relatieve lichtsterkte is de moderne term om de toegenomen lichtdoorgang als gevolg van speciale coatings uit te drukken. Zij wordt berekend door de lichtsterkte met 50% te verhogen.

Bij fabricage van de prisma's kan men gebruik maken van speciale goede glassoorten zoals Bariumkroonglas, kan de relatieve lichtsterkte nog eens met 10-15% toenemen.
Onder schemergetal wordt verstaan de wortel uit de vergrotingsfactor X  objectiefdiameter. Hoe hoger het schemergetal hoe meer men ziet onder mindere lichtomstandigheden. Echter hier zit een addertje onder het gras.Er zijn legio voorbeelden van kijkers met een lager schemergetal die beter kijken dan die met een hoger schemergetal. Dit heeft alles te maken met de kwaliteit van de gebruikte componenten.

Beeldkwaliteit wordt mede bepaald door:
-slijp- en polijstproces van het objectief -glas kwaliteit
-grootte van het objectief
-vergrotingfactor
-uittree-pupil
-contrastoverdracht
-justering van lenzen en prisma's